Bekijk hier onze fotoboeken: Horizon 1 en 2 van seizoen 2022
Zondag 16 oktober ‘22
We zijn terug in Grimbergen. Het seizoen met de Horizon zit er op. Van Nieuwpoort tot in Almerimar in vier maanden het verliep vlotjes, we hebben er van genoten en we hebben quasi geen problemen gehad. De Horizon is ingelopen.
Eens terug in Motril hebben we enkele dagen later bij gunstige wind de boeg naar Almerimar gekeerd om er de Horizon voor de winter aan te meren. De dagen die ons nog resten hebben we gebruikt om aannemers te zoeken voor onderhoud en voor een aantal werkjes uit te voeren. Voor de kuip willen we screens tegen de zon, een aantal bij de vloer gelegen kasten moeten omgevormd in schuiven, motoronderhoud, de romp moet gekuist en een nieuwe laag antifouling aangebracht.
Wordt vervolgd … tot volgend jaar!
Zondag 9 oktober ‘22
We hebben de rots gerond die zich van op zee gewillig liet fotograferen en passeerden op een boogscheut langsheen het begin september gezonken vrachtschip op weg naar Estepona een gekend vakantieoord aan de Costa del Sol. Ondanks de hoogbouw met opeen gestapelde toeristen is het er aangenaam toeven. Het dorpje zelf ligt meer land inwaarts en is geëxplodeerd tot een provinciestadje. Het is allemaal een beetje oubollig maar dat geeft het ook zijn charme. Enkele dagen liggen we hier verwaaid met oostenwind en dat is nu net de richting die uitmoeten. Niet getreurd, dagelijks een flinke wandeling en in de vooravond een terrasje doen voor het aperitief, boekje lezen, boot kuisen, enfin, de tijd vliegt zo om.
Oorspronkelijk zouden we kust hoppen via Marbella en Malaga richting Motril waar we de boot willen achterlaten voor een bezoek aan Granada. Er is echter maar één dag met westenwind zodat we beslissen de 85 zeemijl tot Motril in een keer te bezeilen. We vertrokken bij het krieken van de dag en gooiden het anker in een baai Almunnécar bij het vallen van de avond. We werden er getrakteerd met een prachtige zonsondergang. ’s Anderdaags hadden we nog 12 zeemijlen naar Motril alwaar we rond 10 uur konden aanleggen. We hadden een plaatsje gereserveerd en kregen dat ergens achterin de marina waar we goed beschermd waren tegen de met regelmaat binnenkomende deining. Daardoor rolden alle boten. Soms leken alle masten op drijvende metronomen, als je er te lang naar keek werd je zeeziek. Maar wij lagen daar prima. Daarbij komt nog dat de Horizon met zijn 23 ton niet erg 'rol-gevoelig' is.
Ondertussen hadden we alle voorbereidingen getroffen voor ons bezoek aan Granada, de stad met een enorm Moors verleden. Bustickets en hotel geboekt en weg waren wij. Het begon al met een tegenvaller, de bus die we moesten nemen vlak voor de marina reeds ons straal voorbij … gelukkig kwam er iets later een taxi voorbij zodat we nog op tijd in het busstation van Motril aankwamen. Eventjes dachten we, met onze vorige trip naar Sevilla in gedachten, NEEN, niet weer! Maar het kwam allemaal goed.
Het hotel ‘Los Angeles’ lag aan de andere kant van de stad dan het busstation zodat we al wandelend alvast midden door de stad liepen. Halverwege stopten we bij ‘Tapas do Todos’ voor … jawel tapas als lunch en frisse pint daarbij. We waren meteen ingeburgerd in deze charmante stad. Het hotel met vijf sterren, weliswaar verbleekte, was gezellig en we hadden een mooie kamer met balkon. In het zwembad konden we heerlijk afkoelen want Granada is in deze tijd van het jaar nog behoorlijk heet. Het restaurant van het hotel was gesloten dus opzoek naar een plaats om te eten en te ontdekken dat quasi alles op maandagavond gesloten is ... toch vonden we nog een gezellige plek in een parkje dicht bij het hotel.
Op de eerste dag hadden we een fietstocht geboekt met gids. We hadden dit ook in Sevilla gedaan en dat was ons ontzettend meegevallen. Onze gids was een uitgeweken Braziliaan perfect geïntegreerd en zeer enthousiast over zijn nieuwe woonplaats. Hij liet ons plaatsen zien waar we als toeristen nooit zouden komen: De ommuurde stad waar de geconverteerde moslims moesten wonen, de grotwoningen en het oude Moorse stadsdeel met de soeks. Na de middag zijn we de stad ingetrokken voor … tapas om daarna al kuierend naar het hotel te gaan en de late middag aan het zwembad door te brengen. Dit konden we wel vijf dagen volhouden. Na een dagje stad opsnuiven stond het de volgende dag in teken van het Alhambra en het Generalife.
Het Alhambra is een middeleeuws fort- en paleizen complex. Het stamt uit de periode van de Moorse overheersers (Nashrid sultans) en betekent qasr alhamrā in het Arabisch, oftewel het Rode Paleis. De rode kleur is afkomstig van de rode klein waar de stenen mee vermengd zijn en in het avondlicht het complex een fraaie donkerrode kleur geven. Het fort (Alcazaba) bevindt zich strategisch op een heuvel en is vanuit een groot gedeelte van het centrum van Granada te zien. Binnen de muren van het fort tref je de Arabische Nasriden-paleizen, de prachtige tuinen van het zomerpaleis Generalife, imposante Christelijke kerken en middeleeuwse torens … allemaal heel indrukwekkend. Alhoewel we geen tickets meer konden krijgen voor de Nasriden-paleizen hadden we aan het fort, de tuinen, het klooster (nu een luxe hotel) en natuurlijk de tuinen van het Generalife meer dan genoeg te zien. Het was prachtig. De laatste dag hebben we de oude stadsmuren verkend, enkele oude Moorse woningen en een hamam bezocht. Tijd op weer naar huis te keren in Motril.
2022
Zondag 1 oktober ’22
Tijd om door te trekken om via Gibraltar de Middellandse zee binnen te zeilen. Via de baai van Cadiz, waar we vlak voor het haventje Sherry de nacht doorbrachten onder anker, zijn we naar Barbate gezeild waar we aanlegden in afwachting van gunste wind die ons richting oosten kon brengen. Niet zoveel te zien hier ware het niet dat het gelegen is vlak een enorm natuurgebied. Daar hebben we dan ook een mooie wandeling gedaan die ons langsheen de rotsige kust richting Cabo de Trafalgar bracht en terug langs het strand. Inderdaad daar waar Napoleon met een Frans-Spaanse vloot de Britse met Nelson aanviel en smadelijk verloor. Deze overwinning van de Britten had gevolgen tot diep in de 20ste eeuw.
Na enkele dagen hadden we eindelijk een ‘weather window’ met weliswaar lichte maar toch westelijke wind. Door op het gepaste moment te vertrekken hadden we bovendien ook 2,5 knoop stroming mee en kwamen vlotjes door de ‘nauwe’ straat in de baai van Gribraltar. Ziegezagend door de vele geankerde vrachtschepen vonden we een plaatsje in de Spaanse marina van La Linea de Conception vlak aan de grens met Gibraltar die hier gevormd wordt door de landingsstrip van de luchthaven. Om vanuit La Linéa naar de stad te gaan moet je dan ook de landingsbaan over. Als er een vliegtuig vertrekt of landt dan springt het verkeerslicht op rood en moet je wachten. Zo simpel is dat!
De stad gaf ons zo beetje het gevoel van in Monaco rond te lopen. Niet dat we daar zo thuis zijn maar met de Reinaard destijds hebben we Monaco bezocht. Helemaal volgebouwd met torenhoge appartementsblokken maar toch hier en daar nog authentieke stukjes, vooral het gebied oostelijk van Mainstreet. De sfeer is er Spaans met een Britse flair. Het Brits territorium moet vooral blijken door het gebruik van de Pond (doch overal worden Euro’s aanvaard), de her en der neergepote Engelse telefooncellen (niet meer in gebruik), dubbeldek bussen (moderne versie) en supermarkten zoals Marcks & Spencer. Na een dagje rust aan boord en een wandeling door het Spaanse La Linea, daar waar de werknemers van Gibraltar wonen, hebben we de berg zelf aangevallen. Met de kabelbaan naar de top en te voet terug naar beneden. De berg zelf is een natuurgebied waarvoor je een toegangskaartje moet kopen maar het is de moeite waard. Het was een prachtige wandeling. Onderweg is het mogelijk een grottencomplex te bezoeken en alhoewel nogal zeer toeristisch was het toch het bezoeken waard al was het maar om de tijdelijke afkoeling dat het ons bood.
De apen is een hoofdstuk apart: Ze lijken de beseffen dat ze deel zijn van het decor en laten zich uitgebreid fotograferen in alle mogelijke standen en halen de gekste kapriolen uit tot vermaakt van de passanten. Ook de moeders met jongen komen zeer dicht bij de toeristen. Daarmee hadden we alles wel gezien. Zo werd het tijd om Spaanse Mediterrane kust te gaan verkennen.
Zondag 25 september ‘22
Sevilla is betoverend. De eerste dag zijn we de stad ingetrokken en al wandelend de sfeer opgesnoven. De mix van oud Moorse en de latere Katholieke invloeden is ronduit exotisch maar toch herkenbaar. Het oud Moors paleis van de kalief sultan, later overgenomen door Karel V is nog steeds in gebruik door de koninklijke familie. Langs de oude stadsmuren tevens gedeeltelijk de tuinmuren van het paleis zijn we zo het centrum doorgetrokken. Onderweg een sangria meepikkend en eindigend op een terrasje met tapas als lunch zat de dag erop. Wat meer moet het zijn?
’s Anderdaags hadden we een fietstocht geboekt zodat we de ruimere omgeving konden verkennen. Onder de deskundige leiding van Tim, oud-student van de universiteit van Sevilla en huidig inwoner van de stad kregen we een interessant inzicht in de geschiedenis en structuur van Sevilla. ’s Anderdaags zijn we dan enkele delen nader gaan onderzoeken. Via een wandeling langsheen de boorden van de oude bedding van de Guadalquivir verkenden we de oude terreinen van de Expo’92. Een eigenaardige maar interessante ervaring door de vervallen toestand van het parkgedeelte waar de natuur stilaan de site weer overneemt.
Verderop tegenover het stadscentrum ligt Triana. Een levendige volkswijk die de nodige stierenvechters en Flamencodansers heeft voortgebracht. Geen bezienswaardigheden hier maar een authentieke zigeunerwijk met kleine straatjes en veel sfeer. Hier vonden we ook een tapasbar voor de lunch waarna we richting busstation trokken om terug te keren naar onze oude vertrouwde Horizon. Sevilla was echt de moeite waard, een citytrip waardig.
Met ons heen en terug ticket keerden we terug naar Chipiona van waaruit we onze tocht verder zetten.
Zondag 18 september ’22
Chipiona is een mooi dorpje echter helemaal omgeven door een verkaveling van huurhuizen. Gelukkig allemaal laagbouw, met veel pleintjes en veel bomen. Eenmaal aangemeerd maken we plannen voor ons bezoek aan Sevilla. Een auto huren, studio zoeken via Boeking.com en dat kan tegenwoordig allemaal online … tegen de avond konden we gerust gaan slapen alles was geregeld.
Toen we ’s morgens opstonden hadden we reeds een vaag gevoel dat het ergens niet goed zat en effectief stond er om 10 uur geen auto klaar aan de kade. De firma was met geen middelen meer te bereiken. Ze hadden een afleverpunt in Chipiona dus wij daarheen en wat bleek dat was er gewoon niet. In zak en as lieten we de bank alvast weten dat we waren afgezet. Via internet zitten uitzoeken of we via openbaar vervoer nog in Sevilla zouden geraken. Op het havenkantoor hoorden ze het in Keulen donderden. Wisten niets van bussen of treinen die ons naar de stand konden brengen. Uiteindelijk vind ik dankzij Mr Google dat er een busverbinding is met Santa Maria alwaar de trein Cadiz-Sevilla stopt. Op een sukkeldrafje, het is inmiddels reeds de middag voorbij, komen we aan het busstation met twee bussen waarop geen enkele vermelding. Na wat rondvragen vinden we de bus en vertrekken we na een half uurtje. Dankzij google kunnen we volgen waar we ongeveer zijn en anderhalf uur later komen aan het station en … de bus rijdt door een brug over … vertwijfeld loop ik naar de buschauffeur … ja maar je moet op de stopknop drukken!? Die hadden wij dus niet gezien en ook niemand zien gebruiken. Zucht, enkele kilometers verder stop de bus op de pechstrook. We moeten te voet terug en een beetje vlug want drie kwartier later hadden we de trein. Afgepeigerd komen we op het station toe, moeten nog uitvogelen hoe we aan een ticket geraken, rustig afwachten in lijn en ondertussen tikt de klok ongenadig verder richting 15:20. Eindelijk zijn we aan de beurt, de bediende kijkt ons vriendelijk aan en zegt: Al de treinen naar Sevilla zijn volgeboekt, de eerste met plaats is deze van 20:20 uur. Het zit ons echt niet mee vandaag! Buiten het station een taxi gezocht en … niet gevonden! Er zat niet anders op dan vijf uren rond te dolen in het stadje. Dat bleek uiteindelijk wel een ontdekking. Na een grote wandeling met een pintjes-stop en tapa’s zaten voor we het wisten op de trein. Tegen half elf waren we eindelijk in ons tijdelijk onderkomen. Een mooie verbouwing van een oude stadswoning met binnentuin. Prachtig!
Zondag 11 september ‘22
Na nog een nachtje in de lagune van Faro zijn we terug gezeild naar Vilamoura, een marina die deel uitmaakt van een enorm toeristisch complex ten westen van Faro. Super chique en de prijs is er ook naar: voor een slordige € 145 mag je er een nachtje aanleggen. Elektriciteit en water inbegrepen, dat wel. Om naar het havenkantoor te gaan moet je gewoon oproepen via VHF en de ‘Sea Boys’ komen je per boot oppikken en zetten je netjes af aan de ingang. Boven het kantoor heb je een heel goed restaurant.
Het resort beschikt over 6 golfbanen, een ziekenhuis, verschillende hotels en appartementen. De hele kade rondom de haven is een aaneensluiting van restaurants, boetieks, ijssalons en bars. Het is er een komen en gaan van zeilboten, motorboten, speedboten, autoscooters en al de gebruikelijke toeristische waterattracties. Leuk om aan te kijken maar na twee dagen waren we opgelucht de drukte achter ons te laten en koers te zetten naar het oosten, de grens met Spanje.
De grens met Spanje is een rivier, de Guadiana. Met op rechter oever het Portugese Vila Real de Santo Antonio en aan de Spaanse kant Ayamonte. We kiezen om Portugal nog niet te verlaten en leggen aan in Vila Real enkele mijlen stroomopwaarts. Het plaatsje is gebouwd als garnizoensstadje en dat zie je ook aan de rechte straten en strakke bebouwing. Ondanks dat heeft het enorm veel charme en is zeer authentiek. We plannen een bezoek aan Ayemonte en nemen daarvoor de overzet. Die zijn er ieder half uur een Spaanse afgewisseld met een Portugese boot. De perfecte Europese samenwerking. Waarschijnlijk ook gul gesponsord door de Europa. 😊
Ook het Spaanse dorpje is bijzonder leuk en heeft wat meer charme doordat het op een heuvel is gebouwd en nog veel Moorse relicten bezit. Bovendien was het feest voor de Heilige Maria waardoor de hele beau monde aanwezig was in de kerk, incluis de Spaanse dames met hoge mujeres en kanten mantilla’s. Alle winkels waren gesloten maar in alle straten hadden de restaurants hun tafels buiten gezet. Bij een van hen zijn we aan de tapa’s geslagen met een goede fles Spaanse wijn. Heerlijk.
Na enkele dagen werd het tijd Portugal definitief achter te laten en de Spaanse kusten te bezeilen. Via een tussenstop in Magazon, een resort, legden we aan in Chipiona aan de monding van de Guadalquivir. Deze rivier komt van Cordoba en loopt door Sevilla en deze laatste staat hoog op ons lijstje. Jammer genoeg is onze boot te groot om tot daar te varen dus nemen we een huurauto en huren een studio voor enkele dagen.
Zondag 4 september ‘22
Gasten aan boord!
Het maakt het allemaal gezelliger maar ook drukker en de bezorgdheid om het onze gasten naar hun zin te maken. We hebben de boot een flinke beurt gegeven, de kajuit klaar gemaakt en daar stonden ze dan. Als je elkaar meer dan vijf jaar niet meer gezien hebt dan heb je veel te vertellen … daarom hadden we een lunch klaar gemaakt zodat we gezellig konden bijpraten. De namiddag zich installeren en de omgeving verkennen. Na een aperitiefje bij de lokale taverne konden we ruimschoots bijpraten in het Sushi restaurant iets verder op de kade. Het was echt lekker en helemaal niet duur.
’s Anderdaags na de boodschappen zijn we vertrokken richting ‘Cabo de Sao Vicente’. Hij was geïnteresseerd in onze boot, wist exact hoeveel die kostte, maar had zich moeten beperken tot deze occasie van waarop hij ons op aansprak. Die boot, een vijftig voeter, zag er trouwens prima uit. Toen vroeg hij welke vlag we hadden. Wij voeren de Europese vlag met in de hoek de Belgische vlag. Begon hij daar een litanie tegen Europa … ik heb nog eventjes geopperd dat het dankzij Europa was dat we hier vrij konden rondlopen maar er hielp geen lievemoederen aan Europa was slecht en liet de Polen in de steek en tal van beschuldigingen en verwijten. Jammer! We keerden dus westwaarts richting ‘Cabo de Sâo de Vicente’ waar we ankerden in de eerste baai die we aandeden. De wind was er nu veel rustiger dan de eerste keer en onze gasten beleefden hun eerste nachtje onder anker alsook het eerste nachtje doorzakken tot in de late uurtjes.
Vandaar ging het naar Portimâo, een dorpje/stadje aan de Rio Arade. De monding van de rivier is als een havenhoofd aangelegd, de marina ligt een mijl hogerop. We meerden aan in een nogal krap bemeten ponton tussen twee motorboten, dat lukte maar net en de schipper was behoorlijk overstuur maar kwam na een pintje tot bedaren. We kwamen hier in een toeristisch walhalla met luide boem-boem muziek, zatte met bier rondtrekkende Engelse toeristen en drukke stranden maar op de tweede dag bezochten we Portimâo zelf. Dit was veel authentieker en best leuk.
We dachten van hier uit naar Vilamoura te zeilen maar dit is nog toeristischer volgens de pilot want een volledig kunstmatig opgetrokken project. We zijn dan maar doorgetrokken naar de lagune van Faro waar we onder anker vlak bij het eilandje Culatra drie dagen zijn blijven liggen. Eigenlijk is dit ook een rivier maar de delta is volledig omgeven door duinen. Deze beschermen de lagune tegen de oceaan. Het eilandje maakt deel uit van die tuinen gordel. Het binnenkomen is spectaculair door de grote krachtige stromingen die zich aan de ingang opbouwen. Al zigzaggende door de stroming kwamen we via de monding de delta binnen.
De lagune is super mooi met droogvallende zandplaten en perfect beschermd vaargebied. Bij laagtij krioelt het op die zandplaten van de schelpenstekers. Leuk was dat we om naar Faro te gaan een watertaxi moesten bestellen. Dat leek aanvankelijk niet te lukken. Dieter en John zijn dan eerst naar het dorpje op het eiland geweest en kregen daar een nummer te pakken van een schipper die ons wilde brengen en ophalen.
Het oorspronkelijke dorpje Faro is leuk en origineel maar volledig omgeven door grote buildings. Een fenomeen langs de hele Algarve kust, de dorpjes zijn er nog wel maar volledig ingekapseld door enorme toeristische complexen. Een geluk dat een groot deel van de kust bestaat uit prachtige rotswanden of we hadden typisch Vlaamse kust toestanden.
En zo ging een weekje ‘John en Shelly’ in een turbo vaart voorbij en stonden we in het gangboord met onze witte zakdoeken hun uit te wuiven terwijl de watertaxi verdween aan de horizon. Voor ons wordt het tijd om ons voor te bereiden voor de doorsteek van Gibraltar naar de Middellandse zee.
Dinsdag 23 augustus ’22
Vorige dinsdag werden we in alle vroegte door Jan naar Zaventem gebracht. Toen we klaar waren om in te schepen mochten we het vliegtuig niet in omdat we geen mondkapjes op hadden. Ach, daar begint weer het gezeik … vlug terug gerend naar de shopping area … enkele winkels afgelopen die uitverkocht waren maar uiteindelijk had ik beet bij de parfumerie, godbetert! Vlug terug want we waren al bij de laatste om in te schepen, onderweg Dieter verloren, kom ik alleen aan de balie toe. Vlug gebeld waar zit je? Hij kwam er aan … problemen bij de bankontact!
De uittocht is dus met de nodige stress begonnen. Na een behouden vlucht en een korte taxirit waren we tegen 9u weer op onze vertrouwde boot! Het was verwonderlijk hoe vlug we ons aanpasten aan de boot. Tegen de middag was alles gestouwd en hadden we rustige namiddag aan boord. De twee volgende dagen bezochten we alsnog Lissabon, de oude site van Expo’98 (waar de marina is) en het beroemde Belem met de verschillende monumenten en de kopie van de Golden Gate in San Francisco. Daarmee hadden we de hele stad wel gezien. Lissabon was echt de moeite waard.
Vrijdag reserveerden we voor een algehele opkuis van de Horizon, vullen van de tanks en klaarmaken voor onze grote doorsteek naar de Algarve. Op zaterdag begonnen we de eerste etappe naar Cascais waarbij Mack en enkele vrienden ons assisteerden. Zalig. Na het ankeren hadden we nog enkele uurtjes aan boord en bracht Dieter ze met het bijbootje terug aan land.
’s Anderdaags zijn we in alle vroegte vertrokken, het is te zeggen na zonsopgang en dat ligt hier toch wel wat later dan bij ons ondanks het één uur vroeger is. Tegen 7 begint de schemering en een half uur later zien we de eerste zonnestralen. We hadden veel wind gehad tijdens de nacht, dus er was wat wantrouwen … met een stevige wind, flink gereefd vertrokken we uit de baai van Cascais loodrecht naar beneden (op de kaart). Naarmate we verder van Cascais zeilden hoe gematigder de wind werd. Er was relatief weinig deining zodat we een prettige zeildag hadden en tegen de vroege avond veilig konden ankeren in de haven van Sines, een enorme grote haven met lange, diep in zee stekende golfbrekers. Middenin ligt de vroegere ‘Porto de pesca’ waar we beschut konden ankeren.
Restte ons nog de laatste etappe om behouden de ‘Cabo do Sao Vincete’ te ronden en de Algarve te bezeilen. Het werd een motordagje, weliswaar ondersteund met de genua, maar na de middag hebben we die ook maar binnen gedraaid. Eenmaal de hoek om kregen we krachtige wind over ons heen zodat we toch wel wat ankerproblemen hadden in de baai om de hoek. Maar we lagen veilig.
Na een onrustige nacht beslisten we toch maar door te varen naar Lagos. Geeft ons een rustige ligplaats en toch wel meer comfort. Bovendien werd het tijd om de boot klaar te maken voor onze gasten. John (mijn AFS-broer 1977) en zijn vrouw Shelly komen een weekje meezeilen.
Zondag 14 augustus ‘22
En jawel, onze vakantie van twee maanden thuis zit er alweer op en we zijn vertrekkensklaar om komende dinsdag het vliegtuig te nemen naar Lissabon.
Het is schitterend verlopen naast de vele etentjes waar we werden uitgenodigd en de vele etentjes die we zelf hebben gegeven met familie en vrienden hebben we niet stil gezeten. We beleefden een leuk straatfeest met de buren van de Reinaardlaan, hadden verschillende weekendjes in ons geliefde Kattendijke waaronder eentje in quarantaine (meegebracht uit Portugal). Voor mijn verjaardag trokken we voor een week naar Weesp van waaruit we de Flevopolder (Almere) per fiets verkenden, een bezoek brachten aan de Floriade en per boot naar de Markerwadden voeren. We nodigden de petekinderen uit op een BBQ … kortom we waren bezig en het vloog vooruit.
Zondag 19 juni ‘22
Coimbra, gelegen aan de oevers van de Mondego, is vooral bekend om zijn universiteit, de oudste van Portugal, haar brede avenues, schitterende architectuur en heerlijke regionale keuken. We hebben daar ook lekker geluncht met een glas witte wijn van de tap. Een eenvoudige, eerlijke keuken.
Haar verhaal gaat terug tot voor de Romeinse tijden. Ooit was het de hoofdstad van het Portugese koninkrijk en speelde zich hier een dramatische liefdesgeschiedenis af: de verboden liefde tussen de toekomstig koning Pedro de Eerste, en een hofdame, Inês de Castro. De huizen lijken, uitkijkend over Coimbra, tegen de berghelling aan te hangen, en in de richting van het oude koninklijke paleis te klimmen, waar dus nu de befaamde universiteit zetelt.
Tijd om door te zeilen naar Lissabon met een tussenstap in Peniche. Jongens, we zaten precies in een wasmachine, nog steeds hoge deining en quasi geen wind. Beiden hadden een wat last van de deining. Van ontbijt is op een droge beschuit na niet veel in huis gekomen. Gelukkig kregen we tegen de middag wat temperatuurwinden en met een zeil erbij ligt de boot toch wat stabieler. Ondertussen waren we ingeslingerd en heb ik met horten en stoten de lunch klaargemaakt. Het was nog eventjes spannend aan landpunt van Peniche om dat de golven zich daar hoog opbouwen maar eenmaal om de hoek was alles ‘peis en vree’. Het dorp heeft een enorme baai afgeschermd met twee golfbrekers waarin een haven en een marina maar ook een groot gedeelte waar je kan ankeren. Dat hebben we dan ook gedaan.
’s Morgens was er een dikke mist. Hopend op een spoedig oplossen zijn we toch vertrokken. Misthoorn klaar gelegd en een oog op de plotter waar via AIS de commerciële boten worden aangeduid. We hadden niet gedacht aan alle vissersboeien, waaraan netten hangen, die her en der verspreid liggen langs de kust. Sommige konden we niet meer ontwijken maar gelukkig hebben we geen enkel net meegesleurd. De mist bleef maar aanhouden zodat het toch nog een vermoeiende tocht werd. Pas aan de monding van de Taag brak plots de zon door. Wist je dat de beroemde brug over de Taag een hels lawaai maakt?
Ondertussen hadden we contact gehad met Mack en hij stond er op om ons te verwelkomen van op het terras. Zo kregen we wel een heel bijzonder entree in de hoofdstad van Portugal. Daarna voeren we door naar marina Parque das Nações waar we de Horizon, in ons geval, over-zomeren, tot we half augustus terug komen. ’s Anderdaags zijn we meteen naar de stad getrokken waar we door Mack werden uitgenodigd in een goed restaurant aan de Taag. De rest van de dag hebben we geslenterd door de stad en de sfeer opgesnoven en we moeten bekennen dat het een leuke, gemoedelijke stad is. ’s Avonds hebben we de tuk-tuk naar de boot genomen. Heerlijk was dat!
We hadden ook contact gehad met onze nicht Kathleen, die kwam samen met een vriendin naar Portugal op vakantie. Uiteraard wilden zij ook een kijkje nemen op de Horizon. Na een hele heisa omdat Christiane haar rijbewijs vergeten was en alzo de huurauto niet kon krijgen zijn ze uiteindelijk bij Mack verzeild geraakt. De dag erop brachten beide dames een dagje door op de Horizon, tegen de avond zijn we gaan eten aan land op invitatie van Kathleen. Zoals ik al zei de onverwachte ontmoetingen zijn de bijzonderste!
Restte ons nog de boot op te ruimen… Sinds vrijdagavond zijn we weer thuis. Op vakantie naar huis zoals Dieter zegt.
Zondag 12 juni ’22
En jawel op een dag keert de wind.
Op zaterdag zijn we alvast naar Baiona op het uiteinde van de ria do Vigo gevaren en dat maakte de doorsteek naar Porto behapbaar. Het stadje was een leuke bijkomstigheid. Buiten de typische Gallische binnenstad met smalle kronkelende straatjes en vele pleintjes was er ook nog een groot kasteel/fort ter verdediging in vroegere tijden. De ria was een veilig heenkomen voor de Spaanse Armada vandaar. We maakten nog een prachtige wandeling omheen het fort bij het vallen van de avond.
’s Anderdaags vroeg gooiden we de trossen los richting Porto. ‘Portugal here we come!’. Buiten wat temperatuurswinden na de middag was het quasi windloos. Met een snorrende motor ondersteund met een zeiltje kwamen we na negen uren gezwind toe aan de monding van de Douro, die ons toch enige opwinding bood doordat die erg verzand is en je goed moet opletten dat je niet strandt. Op de rivier kwam de havenmeester ons halen en leidde ons veilig in de goed beschermde haven. De marina ligt op de zuidoever aan de monding in de wijk Gaia. ’s Avonds vonden we daar nog een leuk restaurant met de houtskool BBQ’s buiten op straat, de verse vis versneden op de toog klaar om te bakken. Dieter ging voor een flinke moot kabeljauw, voor mij geroosterde sardienen … met een lekkere Douro wijn. Welkom in Portugal.
Porto is gebouwd aan de noordoever van de rivier Douro. Het is de op één na grootste stad van Portugal. In 2021 telde de stad 231.962 inwoners maar de onmiddellijke omgeving telt er 1,8 miljoen.
De stad hadden we reeds bezocht enkele jaren geleden met een groepsreis, dus deze keer wilden we rondlopen en de sfeer van de stad opsnuiven. Van aan de marina was het al gauw een uurtje stappen tot aan de fameuze brug pal in het centrum. Een leuke wandeling, je komt langsheen oude Porto-huizen en de botenwerf voor die klassieke porto-boten die afgemeerd liggen langs de oever. Via de onderste brug kwamen we op de noordoever. De stad is naast de klassieke smalle, steile kronkelstraatjes ook monumentaal met grote boulevards met impressionante gebouwen. Het station met de vele azulejos op de muren maakte veel indruk. Overal in de stad kom je ze tegen. In de hoogstad lunchten we in een typisch Portugees restaurantje buiten onder de parasol.
Slenterend door de stad kwamen we een barbier tegen met twee oude kappers en geen klanten. Na met handgebaren uitgelegd te hebben dat we een kapbeurt wensten mochten we meteen de stoel in. Ik heb er maar meteen een scheerbeurt bij genomen. Voor € 26 waren we weer toonbaar. Tevreden pikten we nog een ijsje mee en keerden toen zigzaggend terug naar de brug waar we deze keer de bovenste namen. Meteen na de brug namen we een gondelbaan die je een stuk langs de rivier richting Gaia afzet. Zo dit moesten we alvast niet meer stappen. Met een goede 30 000 stappen in de benen waren we gelukkig op de boot te zijn. Porto, het is een zalige plek om te verblijven.
De dag erop zijn we zowel de zuidelijke als noordelijke kust gaan bezoeken met onze fietsen. Vlakbij Gaia ligt een natuurpark bestaande uit pannen en duinen. Deed ons zeer sterk aan Het Zwin denken. Een geluk dat het beschermd gebied is want hogerop wordt stevig gebouwd. Geen stulpjes maar stevige uit de kluiten gewassen appartementsgebouwen. De noordelijke oever ziet er meer uit als een stadsboulevard, erg chique en gevarieerd. De kust aan die kant is wild met rotsen en strandjes, de duinen bebost met vele strandtenten. Daar hebben we dan ook onze aperitief genomen onder vorm van een frisse pint. Gezwind fietsten we terug naar brug in het centrum en dan richting Gaia.
Een dagje had er nog bij gekund maar Lissabon begon aan onze mouw te trekken. ’s Anderdaags ‘de bonne heure’ kozen we het zeegat. Na een leuke tocht zuidwaarts arriveerden we tegen vijven in Figuera da Foz.
Daarvoor moesten we eerst de Mondega opvaren en iets verderop lag de marina aan de oever van deze rivier. Ooit van gehoord? Wij ook niet en toch was het daar best gezellig. Er braken enkele dagen aan met veel wind en hoge deining van 2m65. Bovendien was het een ideale uitvalbasis om naar Coimbra te reizen, de oude universiteitsstad.
Azulejo's : Dit zijn siertegels die in Portugal en Spanje worden gebruikt als decoratie en kunstvorm. Het zijn keramieken tegels waarop verschillende soorten figuren geschilderd zijn. Hoewel azulejo's in allerlei kleuren worden beschilderd, is blauw een veelgebruikte kleur. Het oppervlak kan glad zijn of met reliëf.
Zondag 28 mei 2022
Na het vertrek van Jonathan zijn we nog enkele dagen blijven liggen in de marina. Toen we terug kwamen van de supermarkt Gadis hadden we contact met onze Zweedse buren net toen ze gingen vertrekken om iets verderop onder anker te liggen. Ze bezeilen deze streek al jaren, zijn er super enthousiast over, en hadden dan ook veel te vertellen. Wij waren vooral geïnteresseerd hoe we stapsgewijs naar Lissabon konden zeilen. Het was een openbaring.
Toen hadden we het wel gehad in de marina en we vertrokken meer oostelijk de ria Arousa in. Na een nachtje in de baai van Manons, veilig maar niet echt gezellig, verkasten we naar Escarbotte recht over het strand. We dachten nog het eiland Arousa aan te doen maar de wind zat oost en aan de westkant waren niet echt veilige ankerplaatsen. En toen hadden we het gehad en vertrokken we naar de volgende ria.
Vivero’s ?
Een merkwaardig fenomeen in deze rias zijn de vivero’s, hele velden rechthoekig vlotten op gelijke afstand van elkaar. Als je de baai zo ziet vol liggen denk je dat je daar nooit doorheen kan maar je mag er gewoon tussen varen. De batea, de mosselkwekerij, zijn gemaakt van eucalyptushout en hebben met polyester beklede, stalen drijvers. Een kabel van ongeveer 60 millimeter verbindt ze aan een 20 ton zwaar blok beton omdat de bateas moeten kunnen draaien liggen ze ”op de wind”. Naast de mosselen dienen de bateas ook voor het kweken van ostras, oesters en de overbekende Sint-Jacobsschelp, de vieira. De schelp die symbool staat voor de Pelgrimsweg naar Santiago de Compostella. Vanuit de verte zien ze er uit als ongezellige houten vlotten maar ónder de vlotten speelt zich heel wat af.
Mosselen uit Galicië zijn een delicatesse. Het zijn dus niet zomaar wat mosselen. Jaarlijks worden er ongeveer 56 miljoen kilo Galicische mosselen als zodanig gecertificeerd. Dus je begrijpt, de mosselindustrie in Galicië is belangrijk. Samen met verwerking en conservenfabrieken werken er ongeveer 20 000 mensen voor.
In mei en juni worden de mosselen verdeeld over de touwen van de batea. Het duurt een jaar voordat een mossel tussen de 10 en 12 centimeter is, groot genoeg voor consumptie. Tijdens dat jaar worden de mosselen twee keer overgebracht op andere touwen om groeiruimte te creëren.
Vlot zeilden we richting Ria de Pondevedra de derde en voorlaatste op ons lijstje. Eerste stop werd het strand van Sanxenxo, het vermelden waard alleen al voor de naam. Het dorp is het plaatselijke Blankenberge met hoge gebouwen op de dijk, super druk en veel nachtlawaai door zatte brallende Spanjaarden. Maar ook de plaats waar grote dolfijnen (stijl Flipper) tot vlak bij de boot komen vissen. Ze waren met drie en het lukte me niet ze op de foto te krijgen maar uiteindelijk had ik beet, eigenlijk net niet maar omdat net na de eerste de tweede boven kwam had ik deze op de foto! 😊
Ook Pondevedra zijn we tot in de uiterste hoek van de ria gezeild om te ankeren vlakbij het dorpje Combarro. De oude kern met massief granieten huizen en vele stenen maïsschuren is volledig gerestaureerd. Het bezoeken waard. Toen we ’s morgens vertrokken waren alle vissers van het dorp bezig de mosselen van de vivaro’s aan het verdelen over de touwen.
Tijd om op te krassen naar de volgende en laatste ria maar niet zonder een tussenstop van twee dagen aan de eilanden van het nationaal natuurpark ‘Islas Cies’. Deze eilanden sluiten ria de Vigo af van de oceaandeining. Aan het ‘Playa Arena das Rodas’, uitgeroepen door de “Cosmopolitan” als prachtigste strand van de wereld, lagen we prima beschut tegen de oceaangolven. Het is er prachtig maar of dit nu het mooiste van de wereld is zullen we maar met een korrel zout nemen, zeker? De volgende dag wandelden we door het wondermooie park en genoten van de prachtige vergezichten.
Ondertussen hadden we een mailtje ontvangen van Linda dat ze samen met Chantal naar Porto kwamen en of het er niet in zat om eens langs te komen. Dat vonden wij zeer leuk en hebben hun dan ook uitgenodigd voor twee dagen zodat ze ook een avond en nacht in een baai konden doorbrengen. In Vigo vonden we een perfecte beschutte marina vlak bij de ‘Punta Lagoa’ met mooi zicht op de stad en de Cies-eilanden. Op vrijdagmiddag stonden “de meiden”, wat zeg ik twee stijlvolle dames, op de verkeerde steiger naar ons uit te kijken. Na een hartelijke begroeting zijn we gelijk vertrokken. Het beloofde twee snikhete dagen te worden en dan ben je best op het water. In de baai van Cangas vonden we het perfecte ankerplaatsje, dicht tegen het strand. Met de geluiden van de strandgasten kwamen we helemaal in vakantiestemming. We hebben de dag afgesloten met een simpele BBQ overgoten met rode wijn. De volgende dag hebben we de middag doorgebracht aan de Cies-eilanden en zijn na de middag rustig teruggekeerd naar de marina. Jammer dat het blits bezoek alweer voorbij was want de onverwachte ontmoetingen zijn de leukste!
Ondertussen zijn we in zuidelijke winden terecht gekomen gepaard gaande met betrokken en regenachtig weer. We moeten naar het zuiden dus het is wachten tot de wind keert. Dat is het lot van iedere zeiler. Tegen zondag zou dat er inzitten.
Zondag 21 mei 2022
Inderdaad na de Cabo Finistere kwamen we in een geheel andere wereld terecht. Eentje die we kennen van het zeilen in de Middellandse zee. Zeker eenmaal in de ria de Muros, de eerste van de vijf onder elkaar liggende rias biaxas, werden we onderdeel van een wondermooi decor. Afgeschermd van de oceaandeining en de wind die afgezwakt van over land komt is dit relax zeilen in een grillig landschap met vele baaitjes en inhammen. Jonathan zei: “het lijkt hier wel op een ondergelopen Zwitserland!”
Wat zijn ria’s?
Een ria lijkt op een fjord maar dat is een door gletsjers uitgesleten dal. Ria’s zijn ontstaan honderd duizenden jaren geleden in geologisch turbulente tijden. Op plaatsen waar een rivier naar zee liep is de aardkorst ingeklonken en liep vol oceaanwater. Zo ontstonden deze estuaria onderhevig aan eb en vloed.
Jonathan heeft zich een wat miskeken op het oceaanzeilen. Bij ons vertrek in A Coruña was hij meteen zeeziek met als gevolg dat hij de volgende tochten in een soort winterslaap ging om weer wakker te worden als we weer in beschut water kwamen. In Muros leggen we dan ook aan in de marina midden in het stadje. Daar kon hij aan land om zijn zeebenen los te schudden.
Het stadje is prettig met aan de kaden natuurstenen huizen met arcaden, bogen en zuilen. Overal cafés en tapas bars met gezellige terrasjes. Achter het stadhuis zijn er steile straatjes en trappen die je naar de romaanse kerk voeren waar een tentoonstelling met religieuze zilverwerk en een klim in de toren erg leuk waren. De museum directeur was bijzonder fier op een wijwatervat in natuursteen met een gekrulde slang in het bekken gebeiteld. Een unicum in Europa, zei ze.
Na enkele dagen hadden we het wel gehad en kozen wederom het zeegat (eigenlijk het oceaangat) om de ria de Arousa, de grootste van alle, binnen te varen. Na enkele baaien te hebben aangedaan onder anker werd er veel wind aangekondigd met regen. Bovendien kwam Jonathans vakantie ten einde en moest hij weer voet zetten op vaste grond. We kozen de marina van Proba do Caramiñal waar we een viertal dagen verwaaid hebben gelegen. Niet op de comfortabelste plaats, we lagen aanlandig tegen de steiger, maar we hadden de luxe makkelijk aan land te komen en volop elektriciteit en water. Wat wil een mens nog meer!
Nadat we Jonathan hadden afgezet aan het busstation bleven we wat verweesd achter. Tot nu toe hadden we steeds gasten aan boord gehad en hoewel het allen makkelijke gasten waren ben je toch steeds in de weer om het hun zo leuk mogelijk te maken. Met het zwarte gat-gevoel maar ook ‘nu is het aan ons’ maakten we plannen om verder de ria te exploiteren.
We zijn ook aan het onderzoeken hoe we van de rias over Porto naar Lissabon zullen zeilen. In de marina ontmoetten we een sympathiek Zweeds koppel dat al jaren in deze regionen rond hangt. Van hun kregen we een pak info hoe we in etappes naar de Taag kunnen zeilen. We hopen daar tegen half juni de boot te kunnen aanleggen.
maandag 9 mei 2022
Na het afscheid van Eric volgden enkele rustige dagen. Een aantal problemen die door Hanse maar niet opgelost geraken hebben we aangepakt. Dirk heeft zich op de elektronica gestort waardoor een aantal dingen ten gronde zijn opgelost en meteen gaf hij ons meer inzicht in al deze ingewikkelde systemen. We kunnen nu wel stellen dat de boot zijn kinderziektes grotendeels is ontgroeid. Alleen het lekkende kuipdak raakt maar niet opgelost.
Maar zo brak op de laatste dag van april ook de laatste dag van Dirk aan en trok hij ’s morgens gepakt en gezakt naar het station. Daarna hadden wij de tijd om de boot te kuisen en de kajuit klaar te maken voor onze volgende gast: de komst van onze AFS-zoon Jonathan. Door de covid-toestanden hadden we elkaar alweer vier jaar niet gezien.
Met Jonathan zijn we nog eens het stadje doorgetrokken en ontdekten daarmee nog andere mooie hoekjes van deze stad. Daarbij het mooie hoefijzerstrand van de stad en enkele leuke parkjes. Uiteraard zijn we ’s middag de tapasbar ingedoken. En jawel Dirk, wederom in je stam-bar! 😊
En toen werd het tijd om te vertrekken. We hadden ’s maandags alles in gereedheid gebracht, de marina betaald en vroeg onder de wol om ’s morgens vast te stellen dat er wel heel veel wind stond om te vertrekken. We zijn dus binnengaats gebleven. Een beetje gefrustreerd, na een lang ontbijt, zijn we op stap gegaan naar een soort Galeria. Jonathan is gek op de ‘El Corte Inglese’, die lag aan de andere kant van de stad. Het maakte niet uit we hadden tijd zat.
Costa del Muerte
Eindelijk op dinsdag hadden we de goede wind te pakken en stipt om 8 uur zijn we vertrokken. Uiteindelijk bleek de wind nog stevig aan te trekken maar tegen dan hadden we al bijna een voordewindse koers zodat we alsnog comfortabel met 8 knopen door het water kliefden. Tegen 3u konden we het anker laten zakken in O Porto de Corme. Klinkt als een haven maar het is een goed gelegen baai die uitstekende bescherming biedt tegen de oceaandeining. De wind daarentegen had nog vrij spel en bleef de hele nacht aanhouden.
Deze kust is van de windrijkste van Spanje en dat zie je aan de vele windturbines die er geplaatst worden. De morbide naam komt van de vele schepen die vroeger op de klippen liepen tijdens onstuimige periodes.
Gelukkig hebben we tegenwoordig goede plotters waarop we gedetailleerd alle ondieptes en onderwaterrotsen kunnen spotten. Bovendien bleven we op veilige afstand van deze ruige maar wondermooie kust. Deze sterke winden vallen weg na het ronden van de Cabo Finisterre.
Op tijd zijn we de volgende ochtend weer vertrokken om onder een harde wind de baai uit te varen en voor de wind de volgende ria te bereiken. Ook in Camarinas lagen we goed beschermd maar tegen de avond viel de wind bijna geheel weg zodat we alsnog een rustige nacht hadden. Donderdagmorgen zijn we weer bijtijds vertrokken en met een comfortabele voordewindse koers de Cabo Finisterre gehaald. In de geborgenheid van de kaap hebben we twee mooie zomerse dagen doorgebracht. Het voelde echt als een zomerse vakantie.
Maandag 2 mei 2022
A Coruña en Compostella
Veel rust hebben we ons niet gegund. Na een nachtje uitrusten zijn we meteen het stadje ingedoken. Onder de hoede van Dirk die dit stadje al samen met Annemie had bezocht in pre-coronatijden beginnen we aan mooie kustwandeling richting Torre de Hércules. Het hele uiteinde van het schiereiland is een open stadspark met vele wandelwegen. Galiciërs zijn erg fier op hun afkomst. Het zijn oorspronkelijk Kelten die zowel nederzettingen hadden in Schotland als in Bretagne. In het park staan dan ook enkele monumenten ter ere van. Wist je trouwens dat in Galicië ook de doedelzak wordt gespeeld?
De Torre hebben we niet gehaald want de honger en nieuwsgierigheid naar Spaanse tapa’s dreven on het stadscentrum in. A Coruña is niet bepaald een toeristische bezienswaardigheid maar is wel een gezellige en levendige stad. Het staat vooral bekend voor zijn glazen erkers die voor de façade worden gebouwd waardoor de bewoners een extra bescherming genieten tegen wind, regen en koude. Een idee dat trouwens terug ingang vindt, ook in onze contreien.
Na een tussenstop bij een typische tapasbar hebben we alvast het lokale bier Estrella Galicia geproefd. Onder begeleiding van Dirk en ook Eric, die de nodige ervaring opdeed aan de oostkust van Spanje hebben we daar een perfecte lunch samengesteld. Met drie royale porties, begeleid met een pintje hadden we meer dan genoeg. Bovendien was het leuk dat het helemaal niet duur was.
TAPA’S: zijn oorspronkelijk kleine, eetlust opwekkende, hapjes die in de Sherrystreek bovenop het glaasje werden gelegd. Tapa is afgeleid van het woord tapar dat afdekken betekent. Nu zijn deze hapjes doorgebroken in heel Spanje onder de vorm van kleine gerechtjes die je bestelt tijdens de lunch.
Met de belofte op een ijsje hebben we de schipper meegelokt op verkenning naar het havengebied van het stadje. Deze buurt is in volle renovatie en elke ochtend legt er wel een cruiseschip aan waarvan de mensen weliswaar direct worden doorgesluisd naar Compostella. In de late middag zijn ze alweer aan boord en vertrekt dit reuschip alweer naar zijn volgende bestemming.
Na een grondige opknapbeurt en aperitief aan boord (Spanjaarden eten laat ’s avonds) werden we uitgenodigd door Eric en Dirk in het lokale Marina restaurant. We beleefden een heerlijke maaltijd met zorgvuldig uitgekozen wijnen en perfect entertainment. Dirk en Eric, bedankt daarvoor!
Ze hadden dit niet moeten doen want vooral wij waren hun dankbaar om mee de oversteek te maken zodat het voor ons makkelijker en aangenamer was om 6 dagen continu in getouw te zijn, vooral tijdens de nachten.
Eric en Compostella
Rust werd ons ook niet gegund op de tweede dag. Eric had zijn vlucht terug geboekt voor ’s avonds vanuit Compostella en zou het stadje bezoeken voor zijn vertrek en wij beslisten om mee te gaan. In de ochtend trokken we op naar het station, zo’n 45’ stappen van de haven alwaar we gemuilkorfd een ticketje kochten. Op 28’ stonden we in Compostella. We hadden wat tegenslag met het weer maar dat kon de pret niet bederven.
Het oude centrum van de stad is relatief klein en staat zoals te verwachten vol religieuze gebouwen. Vele van die structuren werden opgetrokken in romaanse stijl, het bedevaartsoord bestaat reeds zeer lang en werden onder Franse invloed van nieuwe façades voorzien in je reinste Rococo zodat vele er uitzien als kitscherige verjaardagstaarten. Niet echt mijn ding maar indrukwekkend en pocherig is het wel. De stad moet het hebben van zijn katholieke pelgrims en is dan volgepropt met religieuze souvenirwinkels en boetieks met wandeltocht parafernalia genre …
We waren er dan ook vlug op uitgekeken maar pelgrims moeten natuurlijk ook eten en vinden we daar toch een authentieke tapasbar in een zijstraat. Wederom hebben we heerlijke lunch gehad en toen was het tijd om afscheid te nemen van Eric. Samen met Dirk hebben we nog wat rondgestruind, ontdekten nog een immense overdekte stadsmarkt waar we op de valreep lokale kaas en worst kochten. Gelukkig hebben we geen weegschaal aan boord.
Zondag 24 april
Op paasmaandag 18 april hebben Wim en Marleen ons naar de Horizon in Nieuwpoort gereden en genoten we samen van een aspergelunch. Na de middag zijn zij vertrokken op fietstocht en hebben Dieter en ik de boot zeilklaar gemaakt voor ons vertrek dinsdagmorgen. Nog een pot snert gemaakt om onze twee opstappers Dirk en Eric goed te ontvangen. Vooraf verplaatsten we de boot net buiten de binnenhaven want bij vertrek zou het laagwater zijn en dan zitten we met de kiel in de modder.
We waren net weer aangelegd en daar kwamen onze opstappers met chauffeuse Annemie al aan. Na een gezellig avondje toch maar op tijd onder wol want voor 8 uur wilden we de Noordzee op. De weerberichten zagen er goed uit althans tot Brest, waar we na drie dagen varen zouden moeten zijn. Weerberichten zijn betrouwbaar tot drie dagen vooruit, dus zouden we beslissen of we een goed ‘weather window’ zullen hebben richting A Coruña.
We zijn met vier en dat maakt dat Kapitein Dieter een goed schema kan opstellen voor de aflossing van de wacht. Hij komt met een strak plan: Het wordt een 4 uur op, 4 uur af dat loopt van 8 uur ’s avonds tot 8 uur ’s morgens. We zijn steeds met twee en om afwisseling te brengen in de crew wisselt iedere twee uur iemand. Dat breekt de 4 uur lange wacht niet alleen in twee maar ook heb je telkens wacht met een iemand anders.
Dinsdagochtend varen we om 8 uur de Nieuwpoortse stormvloedkering (in aanbouw) door en komen op een kalme Noordzee met een Noordoost wind van 3-4 Beaufort. De motor kon dus meteen uit. Na twee dagen viel de wind bijna geheel weg en hebben we een nachtje moeten motoren. Snel vinden we ons ritme en raken we in geslingerd met toch enkele lichte haperingen bij zowel Dirk als Eric.
Toen we ter hoogte van Brest waren heeft onze weerman Dirk de laatste weerberichten binnengehaald en hij zag dat het goed was. We mochten dus meteen de hoek om gaan en de steven op A Coruña gericht. Daar hebben een “halfweg-feestje” gebouwd met een glaasje Cava.
Ter hoogte van Brest voelden we meteen de oceaandeining die toch wel anders is dan de Noordzee. Veel breder en dus aangenamer om te bezeilen. We krijgen er ook een steviger oostenwind van 4-5 Beaufort en schieten daardoor goed op zodat we denken al zaterdagmiddag in A Coruña toe te komen.
Op de Golf van Biskaje trok een laag drukgebied door van west naar noord en daar moesten we midden doorheen. Zodra we het quasi windstille oog door waren kwamen we in de westelijke stroming terecht. Daar zaten nogal wat buien in waardoor de wind behoorlijk kon aantrekken. In de nacht van zaterdag naar zondag hadden we prijs. In een zware bui trok de wind aan tot wel 7 Beaufort en moesten we een reef bijsteken in moeilijke omstandigheden. Uiteindelijk hebben we Dieter gewekt om de fok helemaal binnen te halen en nog een reef in het grootzeil te steken. Na enkele uren is wind langzaam gaan liggen zodat we alsnog op een relatief stabiel schip konden ontbijten. Tegen de middag zagen we land opdoemen en hadden we weer gsm-contact. Moe maar tevreden zijn we rond 17 uur behouden de haven van A Coruña binnen gevaren. Wat een voldoening. We hebben geslapen als rozen! 😊
Maandag 21 maart
Jawel, de lente ... en alles voelt naar buiten, de wijde wereld intrekken, mensen ontmoeten ...
De fameuze drie stormen we hebben we weliswaar goed doorstaan maar hebben toch een indruk nagelaten: Onze houten schutting heeft met een krak de geest gegeven en onze kuiptent heeft eventjes gelost en het zag er op foto verschrikkelijk uit maar We hebben sociaal niet stil gezeten, Nicole en Seppe bezoeken in Oostende, familiebezoek in Kortrijk, naar ons geliefde Kattendijke, vele werkjes thuis opgeknapt, naar de Horizon uiteraard, wandeling met de familie ... enz.
Sinds half maart hebben we een strak plan om alles op de Horizon op orde te krijgen en dat houdt vooral in permanent druk uitoefenen op Hanse om alle mankementen op tijd op te lossen. Als je niet van je laat horen valt alles stil. Nog slechts drie weken en we verlaten Nieuwpoort om in een kleine week in La Coruña te bereiken.
Maandag 14 februari 2022
Valentijn vandaag, een ideaal moment op het bloggen weer op te nemen. We naderen half april met rasse schreden het wordt dus hoog tijd om jullie wat bij te praten.
Na onze aankomst in Nieuwpoort einde september hebben we genoten van het landleven, terugzien van familie, vrienden, buren en kennissen. Het is heerlijk na drie maanden afwezigheid. Ook het terug thuis zijn in de Reinaardlaan maar ook in ons geliefde Kattendijke was prachtig.
Als je kijkt naar de pagina voorpret zie je dat we hele maand oktober overgeslagen hebben. Dat was de hele trip langs en door Nederland die we spijtig genoeg hebben moeten laten vallen wegens omstandigheden. Door aangekondigde stormen en de onmogelijkheid om ergens te schuilen, de onmogelijkheid om via de Goereese sluis (gesloten wegens betonrot) het Haringvliet op te varen en ook de vermoeidheid door het vele mankementen die we met het schip meemaakten.
De Horizon hebben we ondertussen niet links laten liggen. Regelmatig zijn we ook opgegaan om van het schip te genieten met uitstapjes naar Nieuwpoort en omgeving. Ondertussen wordt het schip onderhanden genomen door Romain die alle mankementen probeert op te lossen en te herstellen. Zo moesten we ook op het droge voor een controle van onderschip en boegschroef, een hele onderneming en zijn we ook eens opgegaan na de fameuze voorjaarstormen half februari. Onze kuiptent had het begeven en voordat het hele zootje zou scheuren zijn we de tent gaan bergen en laten herstellen.
We zijn er ook voor twee weken van tussenuit geknepen naar Kaapverdië meer bepaald op het eiland Boavista. Na het vermoeiende jaar 2021 hadden we wel een rustvakantie naar de zon verdiend, vonden we. Heerlijk was dat!
Hieronder enkele afbeeldingen van onze 'er-eventjes-tussenuit' vakantie eind januari, begin februari naar Boa vista, Kaapverdië